Promotie Aletta van den Bosch
7 november 2024
In 2020 begon Aletta van den Bosch met haar promotieonderzoek bij het Nederlands Herseninstituut. Ze beet zich vast in haar onderzoek naar de rol van microglia en zenuwcellen bij de progressie van MS. Aletta werkte daarnaast ook voor de NHB om MS ontstekingen in het gedoneerde weefsel uitgebreid te karateriseren en om MS onderzoekers te adviseren bij hun weefselaanvragen.
Voor ze begon met haar promotieonderzoek liep Aletta al stage bij het Nederlands Herseninstituut. Dat volgde op een gastcollege over MS, welke tijdens haar studie werd gegeven door Inge Huitinga, het hoofd van de onderzoeksgroep waar Aletta later terecht zou komen, en tevens directeur van de Nederlandse Hersenbank. Aletta: “Dat college vond ik zó interessant. Ik vond het heel bijzonder dat zoveel mensen MS hebben en we er toch vrij weinig over weten, en dat het ziektebeloop er bij verschillende mensen zó anders uit kan zien. Hoe ziet dat er dan uit in de hersenen, wat gebeurt daar? Ik ging ook met mensen om me heen praten en merkte dat iedereen wel iemand kende die MS had. Toen begon het onderwerp echt te leven bij mij.”
Na haar stage wilde Aletta graag verder met haar onderzoek. Ze had ‘unfinished business’ en wilde meer te weten komen over wat er gebeurt bij mensen met MS. Dus ze vervolgde haar werk bij het Nederlands Herseninstituut, waar ze onderzoek kon doen met hersenweefsel dat door mensen met MS na overlijden is gedoneerd aan de Nederlandse Hersenbank. Dat heeft geleid tot een proefschrift, met een prachtige kaft ontworpen door haar zus. “Het laat de meest belangrijke bevindingen van mijn onderzoek zien, zowel in de ruimte als in de tijd.” De kaft toont in het midden een cirkel: de doorsnede van een zenuwuitloper. Daar omheen zitten ringen van myeline. In het midden zit de myeline nog netjes strak om de zenuwuitloper gewikkeld, maar verder naar buiten toe zag Aletta dat die myeline soms losser komt te zitten. In die myeline-lagen zijn illustraties te zien van wat daar vervolgens kan gebeuren: rechts een cluster van een type afweercellen, microglia, die de myeline kan opruimen. Die cluster kan leiden tot verschillende vormen van MS-ontstekingen (laesies), die links te zien zijn.
Dit proefschrift heeft ze 7 november verdedigd voor een wetenschappelijke commissie. “Ik vond het doodeng, maar ik ben ook trots; na jaren werk al mijn onderzoek zo gebundeld in een boek te zien is ook heel gaaf, en een mooie mijlpaal om te delen met collega’s, familie en vrienden.” Wat ze verteld heeft is in een notendop: “Ik probeer, heel simpel gezegd, te begrijpen wat er met het brein gebeurt waardoor mensen met MS steeds zieker worden, om zo hopelijk nieuwe invalshoeken te vinden voor nieuwe therapieën.” Dat is het uiteindelijke doel: een aangrijpingspunt vinden en daarmee bijdragen aan de ontwikkeling van therapieën die daarop aanslaan.
Daar wil Aletta dan ook mee verder gaan: “Ik wil vervolgonderzoek doen naar ijzermetabolisme. Dat was een hele duidelijke bevinding tijdens mijn onderzoek: ik zag een groot verschil tussen ijzermetabolisme in microglia in laesies die uitbreiden (linksonder op de kaft), en laesies die herstellen (linksboven op de kaft). Dit wil ik het liefst verder onderzoeken door in het lab het ijzermetabolisme van cellen aan te passen en te bekijken of dat het gedrag van die cellen, en daarmee het ziektebeloop, gaat veranderen.”
Eerst gaat Aletta er even tussenuit, op reis naar Midden- en Zuid-Amerika. “Met een klein tentje een berg op klimmen, daar word ik heel gelukkig van”. Maar daarna gaat ze het liefst weer terug het lab in: er is nog meer ‘unfinished business’. “En ik houd ervan om ergens in te duiken, uit te pluizen, me erin vastbijten. Ik word geïnspireerd door bijvoorbeeld de congressen waar je andere onderzoekers hoort en spreekt. Dan denk ik: ‘Daar wil ik ook aan bijdragen!’. En door de mensen met MS, zeker de donoren van de Nederlandse Hersenbank, die toch eigenlijk hun hersenen aan mij (en andere onderzoekers) hebben toevertrouwd met de boodschap ‘Probeer daar maar iets in te ontdekken’. Nou, dat wil ik graag doen.”
Hier kunt u het gehele proefschrift van Aletta lezen.